Chocolade soufflé met vanille ijs

  1. Pak het vanille-ijs uit de vriezer en 2 eetlepels. Leg de eetlepels even in een bakje met warm water. Maak een bord klaar met bakpapier. Nu het ijs iets zachter is kun je mooie quenelles maken door de lepel langzaam door het ijs te halen. Leg de lepel op het bord met bakpapier. Maak er eventueel 3, want dan heb je altijd nog één extra. Zet ze in de vriezer en haal deze er weer uit als de soufflé klaar is.
  2. Verwarm de oven voor op 190 graden.
  3. Vet de bodem en zijkanten van de soufflé bakjes in met de gesmolten boter; bedek de onderkant en zijkanten tot aan de rand met kristalsuiker. Draai de vormpjes tot de suiker alles bedekt heeft. Giet extra suiker af.
  4. Leg de chocoladestukjes in een metalen mengkom. Zet de kom op een pan met heet water op laag vuur. Laat het water niet koken of aan de kook komen.
  5. Smelt 1 eetlepel boter in een pan op middelhoog vuur. Doe de bloem erbij. Klop tot de bloem in de boter is verwerkt en het mengsel dikker wordt, duurt ongeveer 1 minuut en zet het vuur laag. Spatel de melk erdoor tot het mengsel glad en dikker wordt, ongeveer 2 - 3 minuten, haal de pan van het vuur. Giet het mengsel over in de kom met gesmolten chocolade. Voeg zout en een klein snufje cayennepeper toe, spatel goed door. Voeg vervolgens de eidooier toe en mix dit. Laat de kom boven het hete water staan om de chocolade warm te houden terwijl je de eiwitten klopt.
  6. Doe de eiwitten in een kom, voeg de wijnsteenbakpoeder eraan toe. Klop tot het mengsel dikker begint te worden. Voeg de suiker in 3 delen toe aan het mengsel. Blijf kloppen tot het mengsel stijf is.
  7. Breng 1/3 van het eiwit over in het chocolade mengsel. Meng tot het eiwit goed in de chocolade is opgenomen. Spatel de rest van het eiwit er dan ook doorheen. Verdeel het mengsel over de soufflé bakjes.
  8. Bak in de oven tot ze zijn gepoft en boven de rand uitkomen, ongeveer 12 tot 15 minuten.